Parallelsessies

Parallelsessie 1e ronde - 11:00-12:00 uur

1.1 Van spanning tot steun? Wetenschappelijke inzichten in het delen van negatieve ervaringen binnen het eigen systeem

Symposium Voorzitter: Bernet Elzinga

Maatschappelijk is er een trend naar het moeten kunnen delen van negatieve ervaringen. Hoewel hierin veel waarde ligt, zeker vergeleken met het taboe dat vroeger heerste rond mentale zorgen, roept dit ook de vraag op of het wel zo wenselijk is om (altijd) te delen. Wanneer is openheid helpend en wanneer juist niet? Om wat voor negatieve ervaringen gaat het en welke dynamieken maken delen steunend of juist belastend?

In dit symposium staan deze vragen centraal. Kyra Verboon bespreekt onderzoek naar volwassenen die in hun jeugd seksueel misbruik hebben meegemaakt en daar tot voor kort nog nooit over hadden gesproken. Wie kiest er uiteindelijk voor om deze ervaringen te delen, hoe gaat het met degenen die dat wel versus niet doen, en wat verklaart individuele verschillen in klachten na een onthulling? Ruth Van der Hallen presenteert onderzoek naar het (niet) delen van negatieve ervaringen in een community-sample van volwassenen. Wat voor soort ervaringen houden mensen geheim en wat betekent dat voor hun emotionele en fysieke welzijn? Tot slot bespreekt Wilma Wentholt onderzoek naar jongeren met een depressie en hun ouders: Welke negatieve ervaringen delen deze jongeren met hun ouders, en wat zijn helpende of juist belemmerende dynamieken in de ouder-adolescent interactie? 

Aan de hand van deze drie wetenschappelijke bijdragen, en de kennis en ervaringen vanuit het publiek, bespreken we handvatten voor de klinische praktijk. Bernet Elzinga zit dit symposium voor en leidt de discussie.

1.1 Van spanning tot steun? Wetenschappelijke inzichten in het delen van negatieve ervaringen binnen het eigen systeem

1.4 Motiveren zonder forceren: de ethische grenzen van exposure bij PTSS

Workshop Voorzitter: Katharina Meyerbröker

Exposuretherapie is een evidence based behandeling bij angst en PTSS. Een centraal kenmerk bij deze stoornissen is de variëteit aan (soms subtiele) vermijdingsstrategieën die de patiënt in staat stelt om niet in contact te komen met negatieve, pijnlijke, schaamtevolle of bedreigende stimuli, situaties, gedachten of gevoelens. Bij exposure behandeling voor PTSS ondersteunen we de patiënt in het doorbreken van deze defensieve, vermijdende houding zowel bij imaginaire exposure als bij in vivo exposure.
De therapeut staat soms voor de moeilijke opdracht om de rationale voor exposure op verschillende manieren aan de patiënt uit te leggen voordat het begrip hiervan echt indaalt. Ook is het de taak van de therapeut om alsmaar weer de vinger op de zere plek te leggen en de patiënt te motiveren om toch de uitdaging aan te gaan. Dit vraagt veel Fingerspitzen Gefühl van de therapeut om hierbij de grenzen van de patiënt te herkennen. Daarnaast staat de therapeut ook in relatie staan tot de patiënt en spelen er vaak angstige verwachtingen een rol kunnen in het aangaan van de behandeling, die ook gefalsificeerd kunnen worden en een eerste stap kunnen vormen in het vertrouwen leggen in de ander.
In deze workshop bespreken we de kern van effectieve exposurebehandeling: het herkennen van vermijding, uitleg van de behandelrationale en het belang van empathische motivatie bij PTSS. Via rollenspellen demonstreren we lastige situaties en oefenen empathisch én doortastend begeleiden. We maken voldoende ruimte voor vragen en discussie.

1.4 Motiveren zonder forceren: de ethische grenzen van exposure bij PTSS

1.2 Intergenerationele overdracht van koloniaal trauma: inzicht en herstel

Workshop Voorzitter: Indra Boedjarath

De koloniale geschiedenis vormt geen afgesloten verleden, maar een levende erfenis die zich manifesteert in lichamen, relaties en instituties. Slavernij, raciale hiërarchieën en culturele ontworteling hebben geleid tot een collectief trauma dat generaties overspant en zich uit in zowel psychologische als biologische processen. Dit trauma is niet het gevolg van éénmalige gebeurtenissen, maar van langdurige, systemische en relationele vormen van onderdrukking.
Onderzoek naar historical trauma, post-traumatic slave syndrome, en racialized trauma toont dat koloniale ervaringen diepe sporen nalaten in emotionele beleving en lichaamsregulatie. Ze gaan gepaard met gevoelens van schaamte, woede en identiteitsontwrichting, evenals met epigenetische veranderingen en verstoorde stressresponsen. Zo krijgt het koloniale verleden een biologische en culturele continuïteit: het wordt letterlijk belichaamd en intergenerationeel doorgegeven.
Hoewel dit type trauma niet altijd voldoet aan de DSM-5-criteria voor PTSS, betreft het een vorm van complex en cumulatief trauma die zich manifesteert in contexten van racialisering, ontkenning en sociale ongelijkheid. In onder meer gemeenschappen van Surinaamse, Caribische en Indische afkomst komt dit tot uiting in ervaringen van systemisch racisme, kleurhiërarchie en intergenerationele stiltes.
Deze workshop brengt wetenschappelijke inzichten, klinische praktijk en ervaringsgerichte werkvormen samen om te verkennen hoe collectief koloniaal trauma zich voortzet én hoe erkenning en verbondenheid kunnen bijdragen aan herstel en veerkracht, individueel en collectief.

1.2 Intergenerationele overdracht van koloniaal trauma: inzicht en herstel

1.3 Wat en hoe in het dissociatiaans

Symposium Voorzitter: Miriam Lommen

Dissociatie is eigenlijk een paraplubegrip voor meerdere vormen van dissociatieve symptomen. Bij dissociatieve symptomen wordt vaak gedacht aan posttraumatische stress stoornis, gezien het vaak samen voorkomt. Echter zijn dissociatieve symptomen heel transdiagnostisch en komen ze ook bij allerlei andere stoornissen voor, waar ze wellicht over het hoofd worden gezien of verkeerd geïnterpreteerd worden. In dit symposium gaan we in op verschillende vormen van dissociatieve klachten, Anne Hiemstra zal vertellen en laten zien middels videomateriaal hoe deze eruit zien en hoe zowel diagnostiek als behandeling hiervan eruit kan zien. Daarna presenteert Steven Hoekstra een onderzoek onder een grote groep GGZ-patiënten, waarin onderzocht is hoe vaak dissociatieve symptomen voorkomen bij verscheidene klachten, hoe dissociatieve klachten samenhangen met PTSS, angst, depressie en functioneren en wat de voorspellende kracht van dissociatieve klachten is. Tenslotte laat Miriam Lommen jullie kennismaken met een korte, zojuist gevalideerde Nederlandse vragenlijst die dissociatieve symptomen meet en verandering hierin tijdens behandeling in kaart kan brengen.

1.3 Wat en hoe in het dissociatiaans

1.5 Bridging gaps in mental health care for migrant and displaced populations (Engelstalig)

Symposium - English Voorzitter: Els van der Ven

Migrant and displaced populations face disproportionate mental health risks but remain underrepresented in research and underserved in care. This symposium brings together new empirical findings and implementation efforts addressing these disparities across life stages and contexts. The first presentation examines nationwide registry data on perinatal mental health service utilization among migrant and Dutch-born women, revealing substantial inequities and highlighting the need for tailored care pathways. The second presentation reports on a pilot randomized controlled trial evaluating the feasibility and acceptability of Problem Management Plus (PM+) with an Emotional Processing module for refugee youth in the Netherlands, offering insights into culturally adapted, scalable interventions for trauma-exposed populations. The final presentation showcases the U-RISE initiative, a multi-country project strengthening mental health support for displaced Ukrainians through the implementation of scalable face-to-face and digital interventions in Poland, Roumania and Slovakia. 
Together, these studies illustrate complementary strategies—from identifying structural barriers to implementing context-sensitive interventions. The overarching goal is to advance equitable and sustainable mental health care for migrant and refugee communities in Europe. In this symposium, we bring together clinicians and researchers with different levels of seniority, originating from diverse cultural and geographical backgrounds (i.e. Ukraine, Turkey, Italy and the Netherlands).

1.5 Bridging gaps in mental health care for migrant and displaced populations (Engelstalig)

1.6 Het kleurenpalet: in verbinding door kunst

Workshop Voorzitter: Anne van den Ouwelant

Wanneer er geen woorden zijn, is er de taal van kunst. Wanneer je je niet meer in woorden kunt uitdrukken, lukt dat vaak nog wél in beelden, kleuren en vormen. Hoe kunnen we dat méér inzetten in onze praktijk? 

Onderzoek toont aan dat het maken van kunst het gevoel van zelfregie en controle vergroot, de verbinding legt tussen de linker- en rechterhersenhelft, maar ook de cortex, het limbisch systeem en de hersenstam activeert en op die manier zorgt voor een makkelijkere integratie en verwerking van traumatische ervaringen. Kunst kan daarmee in feite de kloof tussen weten en voelen overbruggen. 

Dit weten we al langer. Maar hoe kunnen we kunst nu meer inzetten in de veelal talige praktijk van de (klinisch) psychologen, psychiaters en psychotraumatherapeuten, om op die manier op een andere – en makkelijkere - manier in verbinding te komen met de mensen met wie we werken? Welke non-verbale oefeningen en technieken kunnen juist ook door de “niet-vaktherapeuten” ingezet worden? En wat is het effect daarvan? 

In deze workshop neemt Drs. Anne van den Ouwelant je mee in de wereld van kunst. Ze geeft een praktisch inkijkje in de effecten van non-verbaal werken op de hersenen, het lichaam en de integratie van traumatische ervaringen. Daarna gaat ze met je aan de slag en laat je door middel van ervaringsgericht leren verschillende oefeningen en technieken uitproberen, om op die manier de kracht van kunst te ontdekken.

1.6 Het kleurenpalet: in verbinding door kunst

Parallelsessie 2e ronde - 14:30-15:30 uur

2.1 Het palet van diagnostiek: het gebruik van screeners, vragenlijsten en interviews om de gevolgen van trauma beter te begrijpen

Symposium Voorzitter: Chris Hoeboer

Het goed begrijpen van traumagerelateerde klachten vraagt om zorgvuldige diagnostiek, waarbij screeners, vragenlijsten en interviews samen bijdragen aan tijdige signalering en toeleiding naar passende zorg. Dit symposium biedt een actueel overzicht van innovaties binnen het palet van instrumenten gericht op trauma, met specifieke aandacht voor diversiteit, en de rol van verbondenheid, zowel als context voor trauma als voor herstel.
Allereerst presenteert Manon Boeschoten de CAPS-5-revised: de nieuwste versie van het gouden-standaard interview voor PTSS. Zij bespreekt de ontwikkeling, belangrijkste aanpassingen, eerste bevindingen uit studies en implicaties voor de training en klinische toepassing. 
Vervolgens presenteert Federica Nava bevindingen uit een recente studie onder de Nederlandse bevolking waarin verschillende screeningsinstrumenten zijn vergeleken waaronder de PTSD Checklist voor DSM-5 (PCL-5) en Global Psychotrauma Screen (GPS). Ze bespreekt hierbij klinische implicaties waaronder afkapscores en heeft aandacht voor verschillen tussen mannen en vrouwen.
Tenslotte presenteert Chris Hoeboer onderzoek naar de Jeugd Trauma Vragenlijst (JTV), met aandacht voor de vraag in hoeverre traumagerelateerde klachten samenhangen met de betrouwbaarheid van gerapporteerde jeugdervaringen. Trauma beïnvloedt niet alleen het individu, maar ook diens relatie tot anderen en mogelijk ook de manier waarop mensen naar die relaties terugkijken. 
Het symposium vertaalt inzichten uit verschillende onderzoeken naar de klinische praktijk, met nadruk op het verantwoord gebruik van state-of-the-art instrumenten, zorgvuldig beoordelen en interpreteren van klachten, gebruik van afkapscores en de relevantie van het meenemen van diversiteit. Gezamenlijk bieden deze bijdragen handvatten om traumagerelateerde klachten beter te inventariseren en begrijpen en zo de zorg voor mensen met deze klachten verder te verbeteren.

2.1 Het palet van diagnostiek: het gebruik van screeners, vragenlijsten en interviews om de gevolgen van trauma beter te begrijpen

2.2 Samen sterk: verbondenheid als basis voor veerkracht in het werken met trauma

Workshop Voorzitter: Mirte Heringa

Bij herhaaldelijke blootstelling aan belastende casuïstiek is aandacht voor preventie en nazorg essentieel. Ondanks hun ervaring en training, lopen ook zorgverleners binnen het traumaveld risico op morele stress, veranderingen in mens- en wereldbeeld of traumagerelateerde klachten. Onderzoek toont aan dat sociale steun van en verbondenheid met collega’s of naasten krachtige buffers vormen tegen de negatieve effecten van deze ervaringen. Verbondenheid is echter geen vanzelfsprekendheid; het vraagt om bewuste aandacht, zeker als zorgverleners onder hoge (productie) druk werken.

In deze interactieve workshop onderzoeken we hoe zorgverleners actief kunnen bouwen aan verbondenheid als bron van herstel, preventie en duurzame veerkracht. Wetenschappelijke inzichten worden gekoppeld aan herkenbare praktijkvoorbeelden uit het hoog-risicodomein. 
Centrale vraag is: “Hoe kunnen we als zorgverlener onze eigen veerkracht voeden door bewust te investeren in verbondenheid met elkaar?”
Na afloop van de workshop:
•    Begrijp je het belang van collegiale steun als fundament voor veerkracht.
•    Herken je signalen bij jezelf en collega’s.
•    Ken je interventies die openheid, reflectie en teamverbondenheid bevorderen en heb je handvatten om het gesprek over herstel en ondersteuning aan te gaan

De workshop combineert korte theoretische inleidingen met vervolgens vooral meerdere interactieve oefeningen, casuïstiek en ervaringsuitwisseling. Je ervaart hoe verbondenheid en openheid veerkracht versterken en oefent met direct toepasbare interventies. Je vertrekt met praktische handvatten en hernieuwde energie om samen sterk te blijven.

2.2 Samen sterk: verbondenheid als basis voor veerkracht in het werken met trauma

2.3 Vergeving, een sleutel tot verbondenheid: een praktisch proces binnen traumabehandeling

Workshop Voorzitter: Jeanette Niehof

Veel cliënten én therapeuten worstelen met het thema vergeving. In deze ervaringsgerichte workshop wordt onderzocht wat vergeving, ontdaan van religieuze connotaties, werkelijk is en hoe dit proces kan bijdragen aan herstel van verbondenheid met zichzelf en met de ander. Vergeving wordt hier niet gezien als verzoening, maar als een innerlijk loslaatproces dat ruimte schept voor herstel, begrip en verbondenheid.
De workshop introduceert een kort en praktisch vergevingsproces dat geïntegreerd kan worden binnen bestaande behandelmethoden, waaronder EMDR. We verkennen bij welke cliënten dit proces passend is — zoals bij slachtoffers van seksueel misbruik, kindermishandeling en vluchtelingen — en op welk moment in het behandelproces het kan worden toegepast. Aan de hand van klinische casuïstiek en videomateriaal wordt getoond hoe vergeving, zelfvergeving en het symbolisch doorknippen van destructieve banden het traumaverwerkingsproces kunnen verdiepen en versnellen.
Deelnemers ervaren zelf de impact van de twee kernzinnen van het vergevingsproces, die vaak diepe emoties oproepen bij cliënten. Er wordt aandacht besteed aan de therapeutische houding en aan hoe je vergeving bespreekbaar maakt, ook wanneer een cliënt weerstand voelt of (nog) niet wil vergeven.
Gebaseerd op tien jaar klinische ervaring met vergeving  laat deze workshop zien hoe vergeving, mits zorgvuldig toegepast, kan leiden tot meer veerkracht, heling en hernieuwde verbondenheid.

2.3 Vergeving, een sleutel tot verbondenheid: een praktisch proces binnen traumabehandeling

2.4 Vroegkinderlijk trauma en de rol van de ouder bij herstel

Symposium Door: Irma Hein

Wat doe je bij jeugdigen en hun gezin, die in hun vroege kinderjaren langdurig ingrijpende ervaringen hebben meegemaakt? Ten gevolge van mishandeling kunnen kinderen en jongeren verschillende klachten ontwikkelen, zoals posttraumatische stressklachten, of problemen met gehechtheid, gedrag of emotieregulatie.

Gelukkig zijn velen in staat om veerkrachtig om te gaan met hun ervaringen, met de juiste begeleiding en steun vanuit de omgeving. Sociale steun is een cruciale factor voor veerkracht na ingrijpende ervaringen. In de context van seksueel misbruik worden herstelprocessen echter vaak bemoeilijkt door gevoelens van schaamte, schuld en stigma bij zowel kinderen als hun ouders. Inzicht in wat gezinnen helpt om sociaal te helen is daarom van groot belang. De eerste presentatie zal ingaan op onderzoeksuitkomsten bij gezinnen van wie een kind op jonge leeftijd seksueel misbruikt is.

Voor traumaklachten zijn er bewezen effectieve behandelingen beschikbaar. Bij TF-CBT heeft de ouder een belangrijke rol in de behandeling van het kind. Hier zal in de tweede presentatie een toelichting op worden gegeven vanuit een Single Case Experimental Design onderzoek bij jeugdigen in TF-CBT behandeling en hun ouders.

Helaas werken de bewezen effectieve traumabehandelingen niet voor alle jeugdigen. Sommigen  kunnen of willen nog niet praten over wat ze hebben meegemaakt, en bovendien kunnen ouders het soms moeilijk vinden hoe ze hun kind kunnen ondersteunen. Voor deze groep is een nieuw behandelmodel IGT-K ontwikkeld, een combinatie van gezins- en trauma¬therapie, waarin aandacht is voor het herstellen van de gehechtheidsrelatie. In de derde presentatie wordt een onderzoek naar dit model gepresenteerd.

2.4 Vroegkinderlijk trauma en de rol van de ouder bij herstel

2.5 Novel methods to evaluate trauma treatments in research and care: Bayesian and IC evaluation of informative hypotheses

Workshop - English Voorzitter: Jagoda Jurewicz

Traumatized individuals with migration backgrounds represent a large and growing at-risk group for mental health problems. Research on the effectiveness of innovative therapeutic approaches is limited because both the content of treatments and the characteristics of people receiving treatments vary widely. Additionally, randomized controlled experiments, which are largely considered the gold standard for evidence, require a lot of resources and have limitations in terms of practicality and generalizability. One alternative is to assess responses to treatment at the individual level. This focus on the individual allows clinicians to tailor treatment according to the specific patient’s needs and simultaneously have detailed information on their treatment responses. However, analyzing individual patient data (IPD) can be challenging with traditional frequentist methods. Data sets collected from individuals are typically small in size and frequently violate the methods’ assumptions. Additionally, the method of Null Hypothesis Significance Testing may not offer the evidence researchers and clinicians may actually be interested in. We propose to analyze IPD using the Bayesian and Information Criterion frameworks, which allow clinicians to state multiple competing hypotheses and directly evaluate them for each individual patient. This approach is not commonly employed due to the lack of accessible resources for applied researchers and clinicians. In this workshop, we will demonstrate that such resources are now available. We will familiarize attendees with this analytical method using practical examples and real clinical cases that can be readily applied in clinical practice and research.

2.5 Novel methods to evaluate trauma treatments in research and care: Bayesian and IC evaluation of informative hypotheses

2.6 De stilte achteraf: De langetermijngevolgen van de schoolgijzeling in Bovensmilde (1977)

Symposium Voorzitter: Rolf Kleber

Op 23 mei 1977 gijzelden vier gewapende Molukse jongeren ruim honderd aanwezige leerlingen (kinderen) en leraren (volwassenen) in de openbare lagere school in Bovensmilde. Bijna vijftig jaar later zijn de gevolgen van de schoolgijzeling nog steeds voelbaar bij een deel van de gegijzelden en hun dierbaren. In dit symposium gaan de sprekers in op bevindingen uit het recent verschenen rapport 'De stilte achteraf' (sept. 2025), naar de gijzel- en nasleepervaringen van getroffenen en de langetermijngevolgen van de gijzeling.
Het doel van dit symposium is dat deelnemers inzicht krijgen in de langetermijngevolgen van de schoolgijzeling. We trekken een aantal lessen uit het onderzoek over hoe overheden getroffenen kunnen ondersteunen bij de opvang en kunnen bijdragen aan het voorkomen en beperken van psychosociale problemen bij vergelijkbare ingrijpende gebeurtenissen in de toekomst.

2.6 De stilte achteraf: De langetermijngevolgen van de schoolgijzeling in Bovensmilde (1977)

Parallelsessie 3e ronde - 16:00-17:00 uur

3.1 Rouw beter begrijpen in relatie tot deepfakes, een strafzaak en gezinsdynamiek

Symposium Voorzitter: Lonneke Lenferink

De meeste mensen passen zich, met steun van hun sociale omgeving, aan na het overlijden van een dierbare (Nijborg et a., 2025a). Een kleinere groep loopt echter vast in het rouwproces en kan baat hebben bij professionele ondersteuning. Omdat vrijwel niemand alleen rouwt, is het essentieel te onderzoeken hoe anderen, zoals familieleden of professionals, steunend of juist belemmerend kunnen zijn in herstel.
Een innovatieve en controversiële vorm van steun betreft het gebruik van deepfake-technologie in rouwbehandeling, waarbij een nagebootst gesprek met de overledene wordt gevoerd, aangestuurd door een therapeut. Het symposium opent met de presentatie van een studieprotocol van een behandelonderzoek dat verkent in hoeverre deze technologie kan bijdragen aan herstel bij volwassenen die onvoldoende profiteerden van eerdere rouwbehandeling.
De tweede presentatie bespreekt bevindingen uit een longitudinale vragenlijststudie onder volwassen MH17-nabestaanden. Hierin wordt de wederkerige relatie tussen boosheid en rouwklachten onderzocht gedurende de strafzaak, met specifieke aandacht voor de rol van strafzaakaspecten zoals het gebruik van het spreekrecht (Nijborg et al., 2025b).
Tot slot wordt in een dagboekonderzoek bij samenwonende ouder-kindparen verkend in hoeverre rouw binnen gezinnen overdraagbaar is. Dit onderzoek biedt inzicht in de dagelijkse dynamiek van rouw en wederzijdse beïnvloeding tussen ouder en kind na verlies van een gezinslid.
Gezamenlijk bieden deze drie onderzoeken complementaire perspectieven op hoe rouw zich ontwikkelt in interactie met anderen. Dit symposium laat zien in hoeverre de context (virtueel, juridisch en het dagelijks gezinsleven) van belang is voor herstel na verlies.

3.1 Rouw beter begrijpen in relatie tot deepfakes, een strafzaak en gezinsdynamiek

3.2 Werelden verbinden in traumabehandeling

Workshop Voorzitter: Mahnaz Issa

In deze workshop verkennen we hoe cultuursensitieve aanpassingen niet slechts een 'nice to have' zijn, maar een essentieel onderdeel vormen van effectieve behandelingen, vooral bij mensen met diverse culturele achtergronden waaronder migranten en vluchtelingen.
Culturele verschillen beïnvloeden hoe traumatische ervaringen worden benoemd en begrepen. De standaard protocollen zijn ontwikkeld en gevalideerd bij grotendeels westerse populaties en zijn niet voldoende representatief voor de cultureel diverse wereldbevolking. Cultuursensitieve aanpassingen in de traumabehandeling vergroot de effectiviteit, therapeutische alliantie en verlaagt drop-out. 
Deze workshop biedt een gelegenheid om uw cultuursensitieve competentie te versterken. We gaan niet uit van recepten voor 'de Afghaan' of 'de Syriër', omdat cultuur niet te veralgemeniseren is. In plaats daarvan leren we o.a. hoe we de juiste vragen stellen, hoe we dieper luisteren naar de culturele context van trauma, en hoe we dit kunnen integreren in de traumabehandeling.

3.2 Werelden verbinden in traumabehandeling

3.3 Verbinding verbroken: de kracht en kwetsbaarheid van sociale steun bij trauma in verschillende doelgroepen

Symposium Voorzitter: Elisa van Ee

Sociale verbondenheid speelt een cruciale rol in het herstel van psychotrauma, maar is niet vanzelfsprekend. In dit symposium verkennen we de kracht én kwetsbaarheid van sociale steun in drie uiteenlopende contexten, waarin de verbinding met anderen onder druk staat. Aan de hand van studies naar verschillende groepen getraumatiseerde personen belichten we hoe het sociale netwerk zowel steunend als belemmerend kan zijn in het herstelproces.

We presenteren drie deelstudies:
* Een onderzoek naar de rol van het sociale netwerk in het herstel van (veteranen)families met psychische problemen.
* Een onderzoek naar de ervaringen van ouders met PTSS omtrent ouder-kind traumacommunicatie.
* Een onderzoek naar de ervaringen van sociale steun bij vrouwen die zwanger zijn geworden na seksueel geweld.

Deze onderzoeken illustreren hoe waardevol, al dan niet bepalend een sociaal vangnet en constructieve communicatie met relaties kan zijn in de context van trauma. We sluiten af met een gezamenlijke reflectie op hoe we sociale verbondenheid kunnen stimuleren binnen de klinische praktijk. 

3.3 Verbinding verbroken: de kracht en kwetsbaarheid van sociale steun bij trauma in verschillende doelgroepen

3.4 Hazenbijeenkomst: Ervaringsgerichte en interactieve audiovertelling die je meeneemt in hoe het is om een dissociatieve stoornis te hebben

Workshop Voorzitter: Anne Hiemstra

Dissociatieve klachten zijn ervaringen die regelmatig voorkomen bij PTSS en soms zodanig als klachtenpatroon aanwezig zijn dat er sprake is van een dissociatieve stoornis Lifetime prevalentie van DIS binnen de ggz cliënten wordt tussen de 1 en 7% geschat en voor de depersonalisatie/derealisatiestoornis ligt dit op maar liefst 5 tot 17% (Akwa ggz, 2020). Veel behandelaren voelen zich onvoldoende toegerust in de behandeling van deze vaak als complex bestempelde doelgroep. Kunnen invoelen van de ervaring van onze cliënten helpt ons om in behandeling beter af te kunnen stemmen. En het vinden van herkenning en erkenning van de eigen belevingswereld kan voor cliënten een sterke positieve factor zijn in de weg naar herstel (Wilson, 2019).
In deze audiovertelling wordt de ervaring van iemand met een dissociatieve stoornis invoelbaar gemaakt. De ervaring die de audiovertelling oproept is de opmaat voor gesprek waarbij we klinische kennis koppelen aan die ervaring, waarbij ruimte is voor vragen, reflectie en we bespreken hoe je als behandelaar/onderzoeker de waarde van deze ervaring mee kan nemen naar de (behandel)praktijk. Hierdoor krijg je inzicht in de interne dynamieken die spelen binnen zowel de luisteraar als de verteller. Een ‘must do’ voor iedereen die te maken heeft met mensen met trauma/ dissociatieve problematiek.

De kracht van ervaring wordt in deze workshop optimaal benut en gekoppeld aan inzichten die waardevol zijn voor de klinische praktijk. Deelnemers worden de belevingswereld van iemand met een dissociatieve stoornis ingetrokken. Je ervaart hoe het is om je vanuit dit perspectief te moeten verhouden tot de werkelijkheid, met alle emoties die hierbij horen. De ervaring die kunst biedt maakt het onzegbare van trauma invoelbaar. Dit heeft ook impact op jou als luisteraar en maakt ook duidelijk hoe intens het kan zijn om met een getraumatiseerde doelgroep te werken, hier op kunnen reflecteren en over kunnen delen is belangrijk voor de eigen gezondheid van behandelaren (Drapeau et al., 2022).

3.4 Hazenbijeenkomst: Ervaringsgerichte en interactieve audiovertelling die je meeneemt in hoe het is om een dissociatieve stoornis te hebben

3.5 Integrated care: treating PTSD with comorbid eating disorders, substance use disorders, and psychotic disorders (Engelstalig)

Symposium - English Voorzitter: Marleen de Waal

Psychological trauma is a well-known risk factor for developing mental illnesses, such as eating disorders, substance use disorders, and psychotic disorders. Patients seeking mental healthcare report high levels of childhood maltreatment, lifetime trauma, and many either have or meet the criteria for post-traumatic stress disorder (PTSD). Despite the alarming impact of psychological trauma on patients with mental illness, specialised services rarely offer concurrent treatments to support patients with PTSD and comorbidities. This major gap in treatment leaves many patients requiring multiple referrals and extensive waiting times, have unnecessarily long treatment trajectories, and have sub-optimal outcomes given an underlying factor is not addressed. 
In the last few years, three research projects at three specialised centres have been conducted to examine the feasibility and effectiveness of combined treatment for patients with PTSD and (1) eating disorders, (2) psychotic disorders, and (3) substance use disorders. In the first study, the safety and feasibility of offering imaginal exposure to patients with severe and underweight anorexia nervosa was examined. The second study explored  the effects of prolonged exposure, EMDR, and cognitive restructuring on individuals with co-occurring PTSD and lifetime psychotic disorder. Finally, in the third study, the effectiveness of prolonged exposure, EMDR, and imaginary rescripting were examined in patients receiving treatment for a substance use disorder, with trauma treatment being offered either alongside their substance use treatment, or shortly after. These three studies offer critical insight into treating PTSD with comorbidities and underscore the importance of offering comprehensive treatment to patients in specialised settings.

3.5 Integrated care: treating PTSD with comorbid eating disorders, substance use disorders, and psychotic disorders (Engelstalig)
Een moment geduld aub..
Product is toegevoegd aan de winkelwagen